Dit zijn de wijzigingen voor HR in 2026
Wat gaat 2026 brengen voor werkgevers en HR-professionals? Het demissionaire kabinet presenteerde op Prinsjesdag de plannen voor het komende jaar die voortborduren op eerder ingezette koerswijzigingen. Hoewel de begroting ‘beleidsarm’ is, zijn er in 2026 zeker veranderingen waar HR-professionals rekening mee moeten houden, bijvoorbeeld bij het werken met ZZP’ers, het afschaffen van loonkostensubsidie en het verschuiven van de datum waarop de WW-uitkering korter wordt. Bijgaand de belangrijkste wijzigingen voor HR-professionals hieronder op een rij.
In Nederland hebben heel veel mensen betaald werk, de arbeidsparticipatie is het hoogst van Europa. De economie groeit nog, de armoede daalt en lonen stijgen harder dan de inflatie. Hierdoor groeit de koopkracht voor de meeste huishoudens. Tegelijkertijd maken veel Nederlanders zich zorgen over hun bestaanszekerheid, veiligheid en de toekomst.
Sociale regelingen zijn vaak complex, waardoor mensen ze niet benutten of bang zijn voor terugvorderingen, met gemiste inkomsten en geldzorgen tot gevolg. Met de Hervormingsagenda Inkomensondersteuning wil het kabinet regels eenvoudiger maken, gebruik van regelingen vergroten en inkomenszekerheid verbeteren. Ook zet het in op een toekomstbestendige arbeidsmarkt, meer werk- en inkomenszekerheid voor mensen, en een selectiever beleid rond arbeidsmigratie.
(bron: personeelsnet)
Lonen en koopkracht
- De koopkracht van werknemers stijgt in 2026 gemiddeld met 1,3% (inclusief inflatie-effect).
- De eerste belastingschijf daalt van 35,82% naar 35,70% (tot € 38.883). De tweede schijf stijgt naar 37,56%. Boven € 79.137 blijft het belastingtarief 49,50%.
- De arbeidskorting gaat omhoog met maximaal € 27 op het tweede en derde knikpunt.
- Kinderopvangtoeslag: Vanaf begin 2026 hebben werkende ouders met een gezamenlijk toetsingsinkomen tot ongeveer € 56.000 recht op het maximale vergoedingspercentage van 96%. Ook ouders met hogere inkomens hebben recht op een hoger vergoedingspercentage dan in 2025.
Arbeidsmarkt & werkgelegenheid
- De Werkloosheid is met 3,6–3,7% nog altijd laag, maar er is wel iets minder krapte op de arbeidsmarkt. Eind 2024 waren er 108 vacatures per 100 werklozen.
- De wetsvoorstellen Vbar en Meer zekerheid flexwerkers moeten schijnzelfstandigheid terugdringen en zekerheid vergroten. De bedoeling is dat opdrachtgevers, uitvoerders en toezichthouders daarmee beter kunnen beoordelen beter wanneer loondienst passend is. En onder welke voorwaarden opdrachtgevers zelfstandige ondernemers kunnen inschakelen. Zzp’ers moeten zich verplicht gaan verzekeren voor arbeidsongeschiktheid.
- Het doel van de Banenafspraak (115.000 extra banen in 2024) is niet gehaald. Er zijn ‘slechts’ 89.616 banen bijgekomen voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt. Daarom wordt de doelgroep verbreed met WW- en WIA-gerechtigden.
Subsidies & regelingen werkgevers
- Op 1 januari 2025 is het lage-inkomensvoordeel LIV afgeschaft. In 2025 vinden nog wel de laatste betalingen plaats over het LIV van 2024.
- Het LKV oudere werknemer is in 2025 al verlaagd naar € 1,35 per uur (max € 2.600/jaar) en wordt afgeschaft per 1-1-2026.
- Drie loonkostenvoordelen (LKV’s) blijven: arbeidsgehandicapte werknemer, herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer, doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden.
- De LKV banenafspraak is vanaf 2026 structureel geldig zolang het dienstverband loopt. Er is geen doelgroepverklaring meer nodig voor deze regeling.
- Er is voor de regeling Maatwerk duurzame inzetbaarheid en Eerder uittreden (MDIEU) € 1 miljard euro gereserveerd tot 2028.
- Voor de SLIM-regeling (Subsidieregeling Leren en ontwikkelen in het MKB) is in 2026 € 71,9 mln beschikbaar (structureel ca. € 41 mln). Tijdelijke SLIM-subsidie voor cruciale sectoren: € 73,8 mln (2025–2027).
ETK-regeling wordt versoberd
Minder vergoedingen voor werknemers uit het buitenland: Er mogen vanaf 2026 minder ‘extraterritoriale kosten’ onbelast worden vergoed. Door deze versobering van de ETK-regeling zijn de extra kosten van levensonderhoud die gemaakt worden in het land van herkomst (gas, water, licht en andere nutsvoorzieningen, extra gesprekskosten voor privédoeleinden) vanaf 2026 niet meer aangemerkt als onbelast te vergoeden of te verstrekken extraterritoriale kosten. Dit geldt alleen voor de inkomende werknemers, en dus niet voor uitgezonden werknemers.
In het belastingplan 2026 wordt uitgelegd dat deze maatregel een beperkte invloed op arbeidsmigratie heeft, omdat het hierdoor minder voordelig wordt om werknemers uit een ander land aan te nemen. Werknemers uit het buitenland ontvangen hierdoor ook een lager nettoloon.
WKR en Thuiswerkvergoeding
In het Belastingsplan staat weinig tot niets over wijzigingen in de Werkkostenregeling. De vrije ruimte blijft daardoor waarschijnlijk ongewijzigd.
Pas in december 2025 zullen we weten of de onbelaste thuiswerkvergoeding voor 2026 wijzigt. Dat bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd en zal waarschijnlijk uitkomen op € 2,45 euro, gezien de tabelcorrectiefactor in het Belastingplan.
Aftrek zelfstandigen omlaag, MKB-winstvrijstelling ongewijzigd
De zelfstandigenaftrek voor ondernemers wordt in 2026 verder verlaagd van € 2.470 in 2025 naar € 1.200. Deze afbouw loopt al enkele jaren. De mkb-winstvrijstelling blijft ongewijzigd op 12,7% en heeft doorgaans meer effect op de belastingdruk dan de zelfstandigenaftrek.
Ziekte, arbeidsongeschiktheid & UWV
- Om de uitvoeringsorganisatie UWV te ontlasten, komt de 60-plusmaatregel terug tot 31-8-2027. Door deze vereenvoudigde WIA-claimbeoordeling toe te passen bij 60-plussers, kunnen tienduizend extra beoordelingen per jaar worden gedaan.
- Het wordt structureel beleid dat eventuele WIA-voorschotten niet terugbetaald hoeven te worden, als later blijkt dat er toch geen (volledig) recht op was.
- RIV-toets: per 1-1-2028 wordt het medisch advies van de bedrijfsarts leidend. Dit moet leiden tot meer zekerheid voor werkgevers en minder loonsancties.
- Verder wordt het praktisch beoordelen van de mate van arbeidsongeschiktheid op basis van feitelijk loon vanaf 2027 structureel.
Ontslag en Werkloosheid (WW)
- Compensatieregeling transitievergoeding (LAO): per 1 juli 2026 is er alleen nog compensatie voor kleine werkgevers.
- Als kleine werkgever wordt aangemerkt de werkgever die in aanmerking komt voor de gedifferentieerde premie Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). Dezelfde definitie gaat dan ook gelden voor compensatie bij pensionering/overlijden van de werkgever.
- Het inkorten van de WW-duur van 24 naar 18 maanden, wordt uitgesteld tot 1-1-2028.
- Het wordt eenvoudiger voor uitkeringsgerechtigden om de WW stop te zetten op eigen verzoek. Er vindt dan tijdelijk geen beoordeling meer plaats door UWV op de geldende voorwaarden voor het stopzetten van een WW-uitkering.
- Er komt betere dienstverlening voor kwetsbare WW’ers om te re-integreren. Daarvoor komt structureel € 3 miljoen per jaar beschikbaar.
Kinderopvang
- Het is nog steeds de bedoeling om in 2029 de kinderopvang (bijna) gratis te maken. Komend jaar wordt € 199 miljoen extra gereserveerd voor het ingroeipad naar de bijna gratis opvang (waarbij ouders zelf nog maar 4 % hoeven te betalen).
- De maximum uurprijzen van de kinderopvang in 2026 zijn: € 11,23 (dagopvang), € 9,98 (bso), € 8,49 (gastouder).
- Per 1-7-2026 worden nieuwe eisen gesteld aan gastouderopvang en een gewijzigde EHBO-borging.
- Er komt een besluit voor 1 juli 2026 over voortzetting van de tijdelijke verruiming om beroepskrachten in opleiding in te mogen zetten tot 50% van de formatie per kindercentrum (in plaats van 33%).
Pensioenen
- Wet toekomst pensioenen (Wtp): in 2026 maakt de grootste groep deelnemers de transitie. Er is extra aandacht voor kleine werkgevers met verzekerde regelingen. Ook worden fiscale knelpunten bij het invaren (o.a. prepensioen, wezenpensioen) opgelost.
- Uitkeren bedrag ineens: er komen (opnieuw) technische aanpassingen. Dit wetsonderdeel treedt niet eerder in werking dan 1-7-2026.
- RVU-drempelvrijstelling blijft bestaan vanaf 2026; + € 300 per maand. Heffing boven drempel: 57,7% (2026), 64% (2027), 65% (2028).
Fiets & auto van de zaak
- Deelfietsen: vanaf 2026 is de bijtelling altijd nihil, ook bij beperkt privégebruik (bijv. bij boodschappen doen onderweg).
- Fossiele auto’s: per 1-1-2027 moet een pseudo-eindheffing worden berekend van 12% over cataloguswaarde (≤25 jaar) of economische waarde (>25 jaar). Alleen emissievrije auto’s zijn hiervan uitgezonderd. Als een werkgever vóór 2027 een personenauto ter beschikking heeft gesteld, geldt een overgangstermijn tot 17 september 2030. Maar vanaf 1 juli 2030 geldt de pseudo-eindheffing voor alle fossiele personenauto’s die voor privédoeleinden (inclusief woon-werkverkeer) ter beschikking worden gesteld.
- Vanaf per 1-1-2026 vervalt de verlaagde bijtelling voor nulemissieauto’s.
Bron:
Niet beschikbaar