Heb jij medewerkers met een laag inkomen in dienst? Dan heb je de afgelopen jaren misschien gebruikgemaakt van het Lage-Inkomensvoordeel (LIV). Deze tegemoetkoming was bedoeld om de werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt te stimuleren. Maar per 1 januari 2025 is het LIV volledig verdwenen.

In dit artikel leggen we uit wat dit precies voor jou betekent, hoe je je kunt voorbereiden en welke alternatieven er zijn.

Het Lage-Inkomensvoordeel was een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die werknemers in dienst hadden met een laag loon (rond het minimumloon). De regeling werd automatisch toegepast via de loonaangifte, mits aan de voorwaarden werd voldaan. Het voordeel bedroeg tot €1.000 per werknemer per jaar, afhankelijk van het aantal verloonde uren en het gemiddelde uurloon.

Het LIV gold alleen voor werknemers tussen de 100% en 125% van het wettelijk minimumloon, met een minimumaantal gewerkte uren per jaar.

Het kabinet wil het loonheffingenstelsel eenvoudiger en effectiever maken. Uit evaluaties bleek namelijk dat het LIV in de praktijk niet goed werkte: het leverde nauwelijks extra banen op en kwam vaak terecht bij bestaande werknemers.

Daarom is besloten het voordeel af te schaffen. Het geld dat hierdoor vrijkomt, wordt onder andere gebruikt voor verhogingen van het minimumloon en investeringen in arbeidsparticipatie.

De directe financiële impact voor werkgevers die gebruikmaakten van het LIV kan aanzienlijk zijn. Voor veel organisaties betekende dit een besparing van enkele honderden tot duizenden euro’s per jaar, afhankelijk van het aantal medewerkers dat binnen de doelgroep viel.

Voorbeeldsituatie: Een organisatie met 10 werknemers die voldeden aan de criteria van het LIV kon jaarlijks tot €10.000 aan tegemoetkoming ontvangen. Dit voordeel valt nu weg, wat gevolgen heeft voor de loonkosten en de begroting.

Hoewel het LIV per 1 januari 2025 formeel wordt afgeschaft, ontvangen werkgevers in 2025 nog wél de tegemoetkoming over het jaar 2024. Deze wordt uitbetaald in de zomer van 2025, net zoals in voorgaande jaren. Daarna komt er geen vervolg.

1. Herzie de personeelsplanning:
   Werkgevers doen er goed aan om hun personeelsbezetting opnieuw onder de loep te nemen. Analyseer de kostenstructuur van werknemers rond het minimumloon en kijk of herinrichting van functies of contractvormen wenselijk is.
2. Overweeg alternatieve regelingen:
   Hoewel het LIV verdwijnt, blijven andere loonkostenvoordelen bestaan, zoals:

• Het Loonkostenvoordeel (LKV) voor oudere werknemers (tot en met 2025);
• LKV voor arbeidsbeperkten;
• Premiekortingen bij herplaatsing of re-integratie;
• Subsidies vanuit gemeenten of UWV bij inzet van doelgroep medewerkers.

3. Informeer medewerkers en HR-afdeling:
   De afschaffing kan indirect ook werknemers raken, bijvoorbeeld als werkgevers loonkostenbesparingen elders moeten terughalen. Zorg daarom voor duidelijke interne communicatie over de impact en de mogelijke keuzes.
4. Actualiseer uw salarisadministratie en software-instellingen:
   Controleer samen met je salarisadministrateur of je software nog verwijzingen bevat naar de LIV, en stel rapportages bij om toekomstige analyses niet te baseren op verouderde aannames.

De afschaffing van het LIV is een belangrijke verandering in de loonkostenstructuur. Voor sommige werkgevers betekent dit het wegvallen van een waardevolle tegemoetkoming. Maar het biedt ook een kans om kritisch naar je personeelskosten en arbeidsvoorwaarden te kijken.

Als salarisadministratiekantoor houden wij deze veranderingen goed in de gaten en denken we graag met je mee. Wil je weten wat deze wijziging betekent voor jouw situatie? Of heb je hulp nodig bij het berekenen van de gevolgen? Neem contact op met Gertjan van Stratum via 06-17340923 of via gertjan@esvegroep.nl.